Naar homepage

.

Kunstschilder Kees van Boheemen

Wedgwoodprijs 1966 voor Kees van Bohemen, staande voor zijn schilderstuk in het Museum Fodor op 14 januari 1966 (Nationaal Archief, Den Haag).

Kees (Cornelis Bernardus) van Bohemen  (Den Haag 1928- Den Haag 1985) is een Nederlands kunstschilder.  Hij wordt beschouwd als een van de meest complete schilders in Nederland. Zijn faam strekt zich tot buiten onze landsgrenzen uit.

Kees van Bohemen studeert in de jaren 40 aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunst in Den Haag. Op vierentwintigjarige leeftijd ontvangt hij een beurs om negen maanden in Parijs te studeren. Met tussenpozen verblijft hij vijf jaar in Parijs en sluit hij daar vriendschap met enkele schilders uit de Cobra-groep. Tot 1957 deelt hij een atelier met Corneille.

Eind jaren 1950 sluit Kees zich aan aan bij de Nederlandse Informele Groep. Andere leden van deze groep zijn Armando, Jan Schoonhoven en Jan Hendrikse. Nadien is hij zijdelings betrokken bij de Nederlandse Nul-beweging. Hij wordt ook lid van de Posthoorngroep, Pulchri Studio en de Haagse Kunstkring.

In 1963 ontvangt hij de Talensprijs, in 1964 de belangrijke Jacob Maris Prijs, in 1966 de Wedgwood Prijs en in 1969 in Oostende de Europa Prijs.

Kees gaat al snel zijn eigen weg. Zijn vroege werk wordt gekenmerkt door het ontbreken van figuratieve elementen. Deze schilderijen zijn opgebouwd uit contrasterende witte en zwarte partijen. In de jaren zestig baart hij opzien met zijn “sportschilderijen”, met onderwerpen als boksen, paardenrennen, wielrennen en autosport. Deze schilderijen hebben veelal een groot formaat en worden gekenmerkt door een virtuoze verfbehandeling. Zijn reizen naar Amerika (1966-1967) en Afrika (1972) leiden tot exotische schilderijen.

Kleur en vorm zijn belangrijk bij Kees. De keuze van het onderwerp vindt hij minder van belang. “Ik wil niet anekdotisch te werk gaan, geen verhaaltjes vertellen in verf”, zegt Kees een keer. 

In 1985 overlijdt Kees in een Haags ziekenhuis op 56-jarige leeftijd. Werken van zijn hand zijn onder andere in het bezit van museum Boymans-van Beuningen in Rotterdam, het Haags Gemeentemuseum en het Stedelijk Museum in Amsterdam.

Kees van Bohemen is de broer van de Haagse schilderijenrestaurator Nico van Bohemen en vader van acteur Casper van Bohemen. Hij trouwde met schilder en tekenaar Elisabeth Berdina (Els) van der Zijde (geb. 1936).

Bronnen: wikipedia en nieuwehaagseschoolkunst.nl

Verhuizer Cornelis van Boheemen

 

Een door paarden getrokken oplegger die kort na 1900 in de Da Costa Straat naar binnen wordt gereden  (F. C. van Boheemen, 2010).

Cornelis van Boheemen (Stompwijk 1846-Den Haag 1901) is het vijfde kind in het eerste huwelijk van de Stompwijkse veehouder Paulus van Boheemen met Pieternelletje Reeuwijk.  Zijn moeder overlijdt als hij nog maar 2  jaar oud is. Vader Paulus hertrouwt daarna nog drie keer. In totaal krijgt hij in de periode 1839-1871 achttien kinderen, waarvan dertien volwassen worden.

Cornelis trouwt in 1871 met de Stompwijkse Theodora van Rijn (Stompwijk 1846-Den Haag 1924).  Hij ziet voor zichzelf geen toekomst in Stompwijk en vestigt zich daarom in 1876 in het dan sterk uitbreidende Den Haag. Daar drijft hij in het Oude Centrum een ‘water- en vuurneering’, waarbij hij ook andere zaken zoals koffie, thee en brandstoffen gaat verkopen. In 1884 verhuist hij naar de nieuwe Dichtersbuurt en begint op Da Costastraat 95 een stalhouderij. Hij gaat daar paarden verhuren, taxiritjes met een koets verzorgen en meubelen opslaan. Hij weet deze zaak tot een verhuisbedrijf uit te bouwen en neemt daarvoor ook naastliggende panden in gebruik

Cornelis overlijdt in 1901 aan een longontsteking. Het verhuisbedrijf wordt dan voortgezet door zijn zonen Paul, Nelis, Dorus en David. Zij slagen erin om in 1907 tot de top-25 van de Nederlandse verhuisbedrijven te behoren. Er worden dan niet alleen verhuizingen binnen Den Haag uitgevoerd, maar ook verhuizingen door geheel Europa zoals van de wagens is af te lezen. Het transport over grote afstand gaat over het spoor (of met de boot zoals naar Indië). In 1916 worden meerdere panden aan de Kepplerstraat bijgekocht vanwege een behoefte aan aanvullende opslagcapaciteit en stallingsruimte voor verhuiswagens. Rond 1925 volgt een omschakeling van vervoer met paarden naar vervoer met vrachtwagens.

Een van de eerste vrachtwagens kort na 1920 (F.C.Van Boheemen,2010).

In 1948 neemt zoon David de zaak in zijn geheel over. Hij wordt in 1959 opgevolgd door zijn zoon Dick die voor kleinschaligheid kiest. Na zijn overlijden in 1999 komt na 115 jaar een einde aan het familiebedrijf.

Bron: F.C. van Boheemen, Kistenmajoors en sjouwermannen. Het Haags verhuisbedrijf C. van Boheemen & Zonen (1884-2000). ISBN 978-94-6010-041-3). Zie Publicaties.

 

VOC-er Arnoldus van Bohemen

Replica van VOC-schip Batavia.

Arnoldus heeft vermoedelijk geweldige zeebenen. Hij maakt namelijk vele reizen naar de Oost in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).

Hij gaat op 14 oktober 1714 in de Hervormde Kerk van Den Haag in ondertrouw met Anthonia de Gooijer. Het huwelijk wordt twee weken later bevestigd door dominee Kempenaer. Arnoldus is dan soldaat onder leiding van kapitein Boxtel. Volgens de (onder)trouwboeken zijn beiden geboren en woonachtig in Den Haag.

Reizen van Arnoldus van Bohemen naar Oost-Indië.

Als het VOC-archief correct is geïnterpreteerd, maakt Arnoldus maar liefst zes reizen naar Batavia. De eerste reis begint op 25 april 1717. Hij laat dan zijn vrouw en een zoontje van ruim 1,5 jaar achter. Daarna volgen nog drie reizen, waarbij hij 2-4 jaar weg blijft. Tussen de reizen is hij maar enkele maanden thuis.

Na zijn terugkomst in 1725 gaat Arnoldus ruim zeven jaar niet naar Oost-Indië. In deze periode wordt zijn gezin met drie kinderen uitgebreid. Eind 1732 stapt hij opnieuw op een schip naar Batavia. Tijdens deze reis bevalt zijn vrouw van nog een kind. Arnoldus blijft dan bijna vier jaar weg. De daarop volgende reis duurt ruim twee jaar.

De laatste reis naar Batavia begint in maart 1741. In september van dat jaar komt hij aan.  Een half jaar later overlijdt hij daar.

Bij twee van de vier reizen gaat Arnoldus als soldaat mee. Bij twee andere reizen is hij matroos en bij de laatste twee reizen is hij bosschieter (ervaren matroos die ook is belast met het afvuren van een kanon).

Franciscaan Frans van Bohemen

Franciscaan Frans van Bohemen (1917-1994).

Frans van Bohemen wordt geboren met de naam Nicolaas van Bohemen (Oostvoorne 1917-Nijmegen 1994). Zijn vader is tuinder, maar exploiteert ook het pelgrimsoord-café Huis der Twee Getuigen tegenover de plek in Den Briel waar de negentien martelaren van Gorinchem worden opgehangen.

Frans treedt in 1940 in bij de Franciscanen en neemt dan de naam Frans van Bohemen aan. De keuze voor de Orde der Franciscanen zal te maken hebben met het feit, dat zeventien van de negentien martelaren van Gorcum tot die orde behoren.

In 1943 wordt Frans te Weert tot priester gewijd. Vervolgens studeert hij exegese van het Nieuwe Testament in Leuven, waarop hij daar in 1949 promoveert. Deze periode heeft grote invloed op zijn leven, want tot vlak voor zijn dood houdt hij zich hiermede bezig. Hij hoopt steeds de resultaten van zijn wetenschappelijk werk in een boek te publiceren. Hij spreekt daar vaak over.

Frans wordt docent aan de Franciscaanse priesteropleiding in Weert en Alverna, en later ook aan de Katholieke Theologische Hogeschool in Utrecht. Daar valt hij niet op door een systematische aanpak van de collegestof, maar wel door de weergave van zijn gedachten, waarop hij tijdens het onderricht komt. In zijn functie van pastor van het Willem Arntszhuis verwerkt hij zijn kijk op de Bijbel in zeer gewaardeerde preken.

Binnen zijn communiteit verzorgt hij de financiële administratie, lokt hij theologische discussies uit, brengt hij broederlijke gezelligheid en is hij op voortreffelijke wijze reserve-kok. In zijn familiekring is hij met zijn vrolijke kijk een welkome gast.

De opheffing van de communiteit Wittevrouwensingel raakt hem diep. Als hij zich daarmede heeft verzoend en zich voorbereid op zijn verhuizing, treft hem een ernstig hartinfarct. Hij is dan aan bed en stoel gebonden en kan zich moeilijk meer uiten. Wie hem in die maanden nabij zijn, delen met hem gevoelens van machteloosheid. Na een liefdevolle verpleging in Berchmanianum is hij in 1994 in alle vrede gestorven. Na de uitvaartdienst in de kapel La Verna in Wijchen-Alverna is hij op het kerkhof aldaar begraven.

Bron: Gedachtenisprentje van Franciscaan Frans van Bohemen

Bossche Bollenbakker Piet van Boheemen

Piet wordt op 1 februari 1925 geboren op boerderij Akkerlust in Stompwijk. Na de lagere School wil hij graag doorleren, maar zijn vader zet hem op de boerderij aan het werk. Piet heeft echter niets met het boerenleven. Al snel komt Piet in contact met de Stompwijkse bakker Havik  die hem wil ‘inhuren’.  Zijn vader stemt hiermede schoorvoetend in.  Na zijn 14e verjaardag  gaat Piet aan de slag in de bakkerij en met een broodkar een wijk bedienen.

Na de Tweede Wereldoorlog verblijft Piet drie jaar als dienstplichtig militair in Nederlands Indië, waar hij als kok werkzaam is. Na terugkeer treedt hij weer bij bakker Havik in dienst. Later begint hij een eigen zaak in Den Haag op Laan van Nieuw Oost Indië 225.

In 1958 bestelt een klant 20 Bossche Bollen. Piet besluit 60 extra exemplaren te maken, welke binnen een paar uur de deur uit vliegen. Dit is het begin van een ongekende succesformule. De Bossche Bollen van bakker Van Boheemen worden een begrip in Den Haag, met name onder de vele kantoormedewerkers. Als zij iets te vieren hebben, dan worden bij voorkeur Bossche Bollen bij Piet besteld. In 1988 stopt hij met zijn zaak, maar de medewerker die deze voorzet, weet de succesformule in stand te houden.

Piet is echter niet alleen een vakman, maar ook erg sportief. Hij is een groot lefhebber van schaatsen en begeleidt ook gehandicapten in deze tak van sport.

In 2014 wordt Piet uitgebreid geïnterviewd door TV West in het kader van de serie ‘Een CIJFER voor je leven‘. Zijn werkzame leven geeft daarbij het bescheiden cijfer 7, maar zijn gezondheid krijgt van hem het cijfer 9,5. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat hij 97 jaar oud wordt. Piet overlijdt op 6  augustus 2022

.

Rubberman Cees van Boheemen

Nog in bewerking

.

Dordtse ereburger Lauwrens van Bohemen

Lauwrens (Rens) wordt op 29 sept. 1905 geboren op de meest historische plek in Dordrecht: Het Hof. Na de middelbare school (Mulo) gaat hij voor 25 gld/wk werken op het kantoor van een bedrijf, dat failliet gaat. Vanwege de crisistijd ziet hij zich dan gedwongen tot een baan voor 10 gld/wk bij schoenengroothandel Peels op de Voorstraat. Als hij zijn eerste weekloon gaat ophalen, krijgt hij toch 25 gld! Zijn nieuwe werkgever ziet namelijk wel wat in hem.

Als het bedrijf in 1945 door de Duitsers wordt gesloten. gaat Lauwrens in Rotterdam aan de slag bij de ‘Plaatselijke afdeling van de vakgroep Slagerij’. Na de bevrijding werkt hij nog enkele maanden voor het ‘Commissariaat Noodvoorziening van Aan- en Verkoopbureau van Akkerbouwproducten’. Daarna keert hij terug bij de firma Peels, waar hij boekhouder/procuratiehouder is.

Lauwrens komt in 1949 in de gemeenteraad van Dordrecht voor de ARP (Anti Revolutionaire Partij, opgegaan in het CDA). Hij is hiervan al op 18-jarige leeftijd lid. Lauwrens brengt het tot fractievoorzitter en later ook nog tot lijsttrekker voor de gecombineerde lijst ARP-CHU-SGP.

In 1962 kiest de gemeenteraad Lauwrens tot wethouder voor Openbare Werken en Volkshuisvesting. Het kost hem moeite zijn baan bij de firma Peels op te zeggen. In juni 1972 krijgt hij de portefeuille Financiën en Sociale Zaken.

In september 1974 neemt Lauwrens  afscheid na 12 jaar wethouderschap en 25 jaar raadslidmaatschap. In april van dat jaar is hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau en in augustus tot Ereburger van Dordrecht.

Naast zijn dagelijkse werk bekleedt Lauwrens nog tal van functies. Zo is hij 25 jaar diaken van de gereformeerde kerk. Hij overlijdt op 25 september 1988 in het Gemeenteziekenhuis van Dordrecht.

(Met dank aan zoon Piet voor tekst en foto.)

.

Restaurator Nico van Bohemen

Nog in bewerking.

.

Jan van Bohemen in dienst van Napoleon

Infanterist de lligne

Jan van Bohemen (1787-1813) behoort tot de familietak waarvan verschillende leden soldaat worden. In 1811 is hij net als zijn vader en een broer van hem werkzaam als fruitverkoper in Den Haag. Op 18 april 1812 gaat hij op vrijwillige basis dienen in het leger van Napoleon. Hij komt bij het 88e Cohort. Dit legeronderdeel zou uitsluitend bedoeld zijn voor de beveiliging van de eigen departementen. Zuid-Holland behoort dan tot het departement Monden van de Maas.

Echter, na het debacle van de Russische Veldtocht wil Napoleon zijn leger opnieuw optuigen en verbreekt hij zijn belofte. Dit heeft tot gevolg, dat het 88e Cohort op 1 januari 1813 wordt ingelijfd bij 146e RIL (Regiment Infanterie de Ligne). Dit infanterieregiment komt bij het XIe Corps van maarschalk MacDonald.

MacDonald trekt met een leger van 100.000 man naar Silezië om het gevecht aan te gaan met het Silezische leger van 90.000 man dat is samengesteld uit een Pruisisch Corps en twee Russische Corpsen.  Dit mondt uit in de Slag bij Katzbach die door MacDonald wordt verloren. De verliezen aan Franse zijde bestaan uit 12.000 doden en 18.000 gevangenen, alsmede een groot aantal kanonnen en ander materieel.

Vervolgens trekt MacDonald zich terug, maar de 17e Divisie waaronder het 146e RIL, wordt achtergelaten bij de Bóbr (rivier in Silezië). Deze eenheid geeft zich op 29 augustus 1813 over aan de Russen na een ongelijke strijd met zware verliezen. Na de capitulatie van Napoleon in mei 1814 keren de manschappen die het hebben overleefd, terug naar Nederland.

Wat soldaat Jan van Bohemen meemaakt, is niet bekend. Hij overlijdt een maand na de gruwelijkheden aan koorts in een ziekenhuis in Erfurt.

.

Naar homepage

.