Naar homepage
.
Verantwoording
De stamboom voor de periode 1430-1650 is gebaseerd op een uitgebreid archiefonderzoek in 2017, aangevuld met een aantal latere ontdekkingen.
Voor de periode 1430-1650 zijn weinig doop- trouw- en begraafregisters beschikbaar. In plaats daarvan is gebruik gemaakt van minder toegankelijke bronnen zoals belastingkohieren, jaarrekeningen van kloosters, weeskamerarchieven, dingboeken en uitspraken van het Hof van Holland. Dit bracht veel puzzelwerk met zich mee. Over de ervaringen bij deze zoektocht is in 2018 een artikel gepubliceerd door Peter J.M. van Bohemen in het tijdschrift Gens Nostra (zie Publicaties).
Het onderzoek heeft niet alleen een kale stamboom opgeleverd, maar ook veel bijzonderheden over het leven van de ontdekte familieleden. Deze bijzonderheden zijn om redenen van overzichtelijkheid en leesbaarheid niet opgenomen op deze website. Geïnteresseerden in meer details worden verwezen naar een drietal artikelen van Peter J.M. van Boheemen die in 2018, 2019 en 2024 (in voorbereiding) zijn verschenen in het tijdschrift Ons Voorgeslacht (zie Publicaties). In deze artikelen staan ook de gebruikte bronnen gespecificeerd. Desgewenst kan een kopie daarvan worden toegezonden via Contact.
Tijdgeest
Het gebied waar de familie tussen 1430 en 1650 woont, kennen we nu als het Westland.
Na de Romeinse tijd raakt dit gebied bijna geheel ontvolkt. Vanaf de 10e eeuw gaat men vanaf de oude woongronden op de rivieroevers en de strandwallen opnieuw het gebied in. De ontginningen worden echter in 1134 en 1163 weggevaagd door stormvloeden vanuit zee. Nadien vindt een opslibbing van het gebied plaats met zavelige kleigrond, waardoor het Westland nu een vruchtbare bodem heeft.
Het Westland komt vervolgens onder de heerschappij van West-Friese graven die zich graven van Holland gaan noemen. In samenwerking met kloosters en vermogende edellieden wordt de Westlandse bodem opnieuw in cultuur gebracht en de waterhuishouding verbeterd.
In bestuurlijke zin wordt het gebied opgedeeld in ambachten, waaronder de ambachten Monster, Naaldwijk, ’s Gravenzande en Wateringen. De graven geven deze ambachten veelal in leen aan niet-lokale families die daar een bestuur in de vorm van een schout en enkele schepenen aanstellen.
In de 14e eeuw wordt de bevolking van het graafschap Holland zwaar getroffen door de pest. In de drie latere eeuwen gebeurt dit nog verschillende keren.
Niet-inheemse vorsten
In de 15e eeuw komt de macht over het gewest Holland en daarmede ook over het Westland in handen van graven uit het Bourgondische Huis. Dit zijn achtereenvolgens Filips de Goede (1419-1467), Karel de Stoute (1467-1477) en Maria van Bourgondië (1477-1482). Zij zorgen voor de invoering van een centraal bestuur en een centrale rechtspraak. Dit leidt tot de instelling van de Staten-Generaal die in 1464 voor het eerst bijeenkomt in Brugge.
Maria van Bourgondië trouwt in 1477 met Maximiliaan I van Oostenrijk. Na haar overlijden in 1482 komt het gewest Holland in handen van haar zoon Filips de Schone (1482-1506) die tot het Habsburgse Huis wordt gerekend. Daarna belandt de macht over Holland bij diens zoon Karel V (1506-1555) en vervolgens bij Karels zoon Philips II (1555-1581).
Reformatie
Onder Karel V krijgt het Westland te maken met de Reformatie. De godsdienststrijd leidt in 1581 tot het afdanken van Philips II als heerser over de Noordelijke Nederlanden (Plakkaat van Verlatinghe). De Opstand eist echter wel haar tol in het Westland, met name in 1572 en 1573. De boeren worden dan door de Spaanse en Staatse troepen beroofd van hun vee en graan en daarbij worden ook vele boerderijen in brand gestoken. In 1574 volgt nog een inundatie van de landerijen als gevolg van het doorsteken van de Maasdijk ten behoeve van het ontzet van Leiden.
De Reformatie leidt in het Westland tot een aantal overwegend katholieke en een aantal overwegend protestante dorpen. In de dorpen Wateringen, Poeldijk en Kwintsheul blijft de bevolking grotendeels katholiek. Daarentegen wordt de bevolking in Naaldwijk en ’s Gravenzande in meerderheid protestant. In Loosduinen en Monster krijgen beide richtingen evenveel aanhang. Van een systematische vervolging van de katholieken komt het niet. Schuilkerken worden gedoogd en rond 1650 kunnen zelfs weer pastoors worden aangesteld.
Opkomst tuinbouw
Rond 1500 is in het Westland sprake van een landschap, dat bestaat uit een aantal polders met her en der kastelen en verspreid liggende dorpen met kerken, kapellen en kloosters. De aanleg van een dijk langs de Maas zorgt ervoor, dat zich geen inbraken vanuit zee meer voordoen. Ruim 30% van de bevolking in het gewest Holland woont dan al in steden zoals Delft, Leiden, Gouda en Dordrecht.
De bevolking van het Westland houdt zich tot 1500 vrijwel alleen bezig met akkerbouw en veehouderij, met uitzondering van de bevolking van Ter Heijde die zich op de visserij richt.
In de tweede helft van de 16e eeuw komt de tuinbouw op in de vorm van fruitteelt (appels en peren). Vanaf 1600, als de welvaart in het gewest Holland sterk toeneemt dankzij de overzeese handel, wordt ook zacht fruit (druiven, bessen en pruimen) geteeld, alsmede groente (peen, kroten, rapen en uien).
Geneagram
In het nevenstaande geneagram zijn de eerste zeven generaties van de familie Van Bohe(e)men te zien. Aan het begin daarvan staat stamvader Philip die omstreeks 1430 is geboren. Aan de rechterkant van het geneagram worden ongeveer 30 zogenaamde achterkindkinderen van de 7e generatie genoemd. Zij worden in de eerste helft van de 17e eeuw (1600-1650) geboren.
Een van de verbindingen is omringd met vraagtekens (?). Voor de betreffende vader-zoonrelatie zijn wel aanwijzingen, maar is nog geen bewijs gevonden.
Familiekarakteristiek
De familie verspreidt zich vanuit boerderij Vrederust in de voormalige Lozerdijksepolder (later Uithofpolder). Vrijwel iedereen blijft dicht in de buurt van Vrederust, dus in het ambacht Monster of de aangrenzende ambachten Den Haag, Wateringen en Naaldwijk.
Bijna alle nakomelingen van stamvader Philip worden boer of boerin. Vaak wordt beschikt over een grote oppervlakte land (in de orde van 50 ha). Het eigendom daarvan berust in de regel bij een klooster, kerk, kapel of armeninstelling en soms bij een individueel persoon. Verder wordt ook over land in de vorm van een leengoed beschikt.
Philips kleinzoon Sijmen die boerderij Vrederust overneemt, bezit korte tijd (1552-1554) ook een huis in Delft en verkrijgt het poorterschap van deze stad. Een van zijn zonen vestigt zich daar als korenkoper en wordt eveneens poorter van Delft. Hij trouwt met een vrouw uit de invloedrijke familie Van Bleyswijck. Een ander familielid vestigt zich als veenman in Stompwijk. Verder is sprake van enkele familieleden die bakker in Delft en Leiden worden.
Het ontwikkelingsniveau wordt hoog ingeschat, aangezien vele familieleden de schrijfkunst machtig zijn en een publieke functie zoals welgeboren man, ambachtsbewaarder, schepen of zetter (taxateur) vervullen. Ook het beschikken over leengoederen duidt op een respectabele positie. Van enkele familieleden is bekend, dat zij over een flink vermogen beschikken (in de orde van 5.000-10.000 gld).
Zoals besproken op de webpagina Stamvader voert een aantal familieleden de familienaam Vercrocht/Vercroft in navolging van hun stiefvader of stiefgrootvader. Latere generaties stappen alsnog over naar de familienaam Van Bohemen.
Daarnaast kennen twee relatief kleine takken de familienamen Heul (afgeleid van de plaats Kwintsheul) en ’t Hart . Deze takken sterven in mannelijke lijn uit.
Stamvader
I. Philip, geb. ca. 1430. Zoals beschreven op de webpagina Stamvader is Philip mogelijk een achterkleinzoon van de omstreeks 1320 geboren Sijmon Florisz. Anderzijds is aangegeven, dat Philip wellicht een zoon is van Jan Philipsz. die in 1431 land aan de Hollewatering ruilt met Jan Willemsz.
Philip heeft als zoon: Jan Philipsz., volgt II.
Zoon van stamvader Philip
II. Jan Philipsz., geb. ca. 1460, bouwman, vermoedelijk overl. na 1518.
Jan Philipsz. huurt in 1486 7½ morgen in de Haagse polder Escamp van de Heilige Geest en het Kapittel in Den Haag. In 1518 wordt de verhuur voor 5 jaar verlengd. Vermoed wordt, dat Jan Philipsz. woont op boerderij Vrederust, gelegen in de Lozerdijksepolder binnen het ambacht Monster.
Jan Philipsz. heeft als zoon: Sijmen Jan Philipsz., volgt III.
Kleinzoon van stamvader Philip
III. Sijmen (Sijmon) Jan Philipsz., geb. ca. 1495, bouwman te Monster, poorter van Delft vanaf 1555, overl. tussen 12-2-1555 en 24/26-1-1559, tr. Lijsbeth Cornelisdr., overl. na 3-6-1559.
Sijmen woont in 1544 op boerderij Vrederust. Hij heeft deze woning met 6 morgen omringend land dan in eigendom. Daarnaast heeft hij in 1544 de beschikking over 29 morgen in Monster en 21 morgen in Eikenduinen, en verder nog, deels samen met een ander, 17 morgen in Wateringen. In 1553 is de gebruikssituatie weinig anders.
Opmerkelijk is, dat Sijmen Jan Philipsz. in 1552 in Delft een huis aan de oostzijde van de oude Delft koopt. Krap twee jaar later verkoopt hij dit weer. Vlak daarvoor wordt hij geregistreerd als poorter van Delft, waarbij hij wordt aangeduid als Sijmen Jan Philipsz. van Wateringen (Wateringen grenst aan Monster).
Gezien het omvangrijke landgebruik, zijn huis in Delft en zijn poorterschap van deze stad zal Sijmen tot de bovenlaag van de plattelandsbevolking hebben behoord.
Uit zijn huwelijk:
- Jan Sijmonsz., volgt IVa.
- Cornelis Sijmonsz., volgt IVb.
- Sebastiaan Sijmonsz., volgt IVc.
- Maritgen Sijmonsdr., overl. voor 4-2-1568, tr. 1e weduwnaar Jan Dirksz. van der Croft, ambachtsbewaarder van Wateringen (1543), negen- en welgeboren man van Naaldwijk (1559), overl. kort voor 14-4-1561, zoon van Dirk Jansz. van der Croft en Lijsbeth N.N., tr. 2e ca. 1561 Adriaan Jorisz., geb. 1536/1537, overl. kort voor 18-2-1572, zoon van Joris Cornelisz. en Neeltje Jorisdr.
Adriaan Jorisz. tr. 2e voor 4-2-1568 Maritgen Dirksdr., overl. kort voor 9-11-1626, dochter van Dirk Anthonisz. van Dijck en Trijntgen Jacobsdr.;
Maritgen Dirksdr. tr. 2e Naaldwijk 12-6-1575 Floris Jorisz., overl. kort voor 29-7-1598, vermoedelijk een broer van Adriaan Jorisz. - Grietgen Sijmonsdr., tr. Cornelis Jacobsz.
- Geertgen (Geertrui) Sijmonsdr., overl. voor 1566, tr. voor 3-6-1559 Pieter Claasz. van der Valk, wonend in 1544 op een boerderij in de Hoekpolder te Rijswijk, zoon van Claas Jacobsz. van der Valck en Stijntje Pietersdr.
Pieter Claasz. van der Valk tr. 1e Dignum Cornelisdr, overl. voor 20-9-1553, tr. 3e voor 23-10-1566 Maritgen Maartensdr, weduwe van Pieter Huijbrechtsz., overl. Wateringen 15-5-1565. - Aachtgen Sijmonsdr., tr. Wouter Damasz., kerkelijk voogd (1559).
- Maarten Sijmonsz., volgt IVd.
Achterkleinzonen van stamvader Philip
IVa. Jan Sijmonsz., geb. ca. 1520, bouwman te Kwintsheul, ambachtsbewaarder van Wateringen (1571), overl. tussen 2-7-1576 en 9-11-1581, tr. 1e 1549 Trijntgen Maartensdr., geb. ca. 1512, weduwe van Pieter Claasz. (Pieter Claas Jacobsz.), tr. 2e na 1-12-1566 Marijtgen Cornelisdr., overl. voor 9-11-1581, dochter van Cornelis Vriesz. en Grietgen Joostdr.
Jan wordt vaak omschreven als ‘Jan Simonsz. aende Heul’. Dit geeft aan, dat Jan in Kwintsheul woont. Hij beschikt daar over een eigen huis dat in 1584 wordt verkocht aan zijn broer Sebastiaan (IVc). In totaal heeft Jan Simonsz. meer dan 50 morgen in gebruik, waarvan de helft in Wateringen ligt.
Uit zijn huwelijk:
- Grietgen Jansdr., geb. na 1549, overl. voor 23-9-1593.
IVb. Cornelis Sijmonsz., geb. ca. 1525, bouwman te Wateringen, taxateur 10e Penning van Wateringen (1561), kerkmeester (1583), overl. tussen 27-9-1584 en 16-10-1599, tr. Catrijn Huijbrechtsdr., dochter van Huijbrecht Aamsz. en Hilletgen Maartensdr.
Cornelis heeft, net als zijn vader, veel land in gebruik. In 1553-1572 beschikt hij over ca. 58 morgen in Wateringen, gelegen in de Oud-Wateringveldsepolder en de Nieuwe Wippolder. In 1572 heeft hij
daarvan ca. 15 morgen in eigen bezit. Hij is ook in het bezit van een eigen huis. Verder heeft hij de tienden in het Laanblok van Wateringen in pacht, plus de smaltienden van Wateringen en Monster.
Uit zijn huwelijk:
- Mogelijk Jan Cornelisz. t’Eikenduinen, ook wel Jan Cornelis Simonsz., volgt Va. Voor deze afstamming zijn wel aanwijzingen, maar is nog geen bewijs. Daarom moet rekening worden gehouden met een andere afstamming.
- Elisabeth Cornelisdr., tr. ca. 1599 Adriaan Willemsz. de Oude, later Van der Salm, wonend te Wateringen, weduwnaar van Maritgen Pietersdr.
IVc. Sebastiaan Sijmonsz., geb. ca. 1530, poorter van Delft, korenkoper, begr. Delft 3-10-1615, tr. Elisabeth Cornelisdr. van Bleijswijk, overl. voor 25-5-1591, dochter van Cornelis Dirksz. (van Groenwegen) van Bleijswijk, overl. 22-3-1561, en Trijntje Persijn Corsdr.
Sebastiaan is weliswaar poorter van Delft, maar verblijft vaak op de woning van zijn broer Jan in Kwintsheul. Hij laat het bijbehorende land bebouwen door knechten en meiden die hij in de kost heeft. Hij koopt de woning in 1584 uit de nalatenschap van zijn broer Jan, maar heeft deze al in 1577 in gebruik. Eerder heeft hij kortstondig de ouderlijke boerderij Vrederust op zijn naam staan, die dan wordt bewoond door zijn broer Maarten (zie IVd).
In 1579 heeft Sebastiaan ongeveer 40 morgen in Monster en Wateringen in gebruik. Dit duidt erop, dat hij niet alleen handelt in graan, maar ook graan teelt.
Sebastiaan verwerft ook een woning in Rijswijkerhoek met ruim 26 morgen, genaamd Ockenburch.
Uit het huwelijk:
- Cornelis Sebastiaansz. Heul. Volgt Vb.
- Elisabeth Sebastiaansdr Heul, overl. voor 7-5-1625.
- Sijmon Sebastiaansz. Heul. Volgt Vc.
Handtekening van Sebastiaan Sijmonsz in 1602.
IVd. Maarten Sijmonsz (Heul), geb. ca. 1536, bouwman op boerderij Vrederust te Monster, overl. voor 1579, tr. Maritgen Gerritsdr, overl. voor 18-5-1626, dochter van Gerrit NN en Trijntgen Jacobsdr. Maritgen tr. 2e voor 1579 Cornelis Jansz Vercroft, ambachtsbewaarder van Monster (1588), overl. tussen 21-3-1596 en 6-9-1598, zoon van Jan Dirksz van der Croft en Maritgen Sijmonsdr.
Kinderen uit eerste huwelijk:
- Gerrit Maartensz Vercroft. Zie Vd.
- Cornelis Maartensz Vercroft. Zie Ve.
- Maritgen (Maartgen) Maartensdr, geb. 1561/1562, begr. (geref.) Naaldwijk 21-7-1645, tr. 1e voor 9-2-1583 Cornelis Jorisz (Molenwerf), geb. ca. 1540, weduwnaar Neeltje Cornelisdr, bouwman te Honselersdijk, schepen van Honselersdijk (1587, 1590), overl. na 6-9-1598, zoon van Joris Cornelisz en Neeltje Jorisdr en daarmede broer van Adriaan Jorisz (zie III); tr. (geref.) 2e Naaldwijk 24-8-1603 Cornelis Willemsz Persijn van Oudendijk, begr. Naaldwijk 30-3-1631.
- Dochter, tr. voor 2-7-1603 Louris Willemsz, wonende in De Lier.
- Dochter, tr. voor 2-7-1603 Jacob Ariensz, wonende te Pijnacker.
Boerderij Vrederust is te zien op het navolgende fragment uit het kaartboek van de abdij van Loosduinen uit 1569-1597. Rechtsboven is boerderij Vrederust ingetekend met de naam Cornelis Jansz Vercroft als onderschrift. De kamp die uit twee percelen bestaat, grenst aan de rechterzijde aan de Lozerlaan. In het tekstkader op het kaartfragment is te lezen, dat het groengekleurde weiland en het grijsgekleurde teelland worden gebruikt door Cornelis Jansz Vercroft.
Betachterkleinzonen van stamvader Philip
Va. Mogelijk (zie IVb.1) Jan Cornelisz t’Eikenduinen, ook wel Jan Cornelis Simonsz, geb. ca. 1550 te Wateringen, bouwman op een boerderij te Eikenduinen in polder Segbroek (later genaamd boerderij Bohemen) , overleden na 29-10-1623, tr. 1e ca. 1575 Haasgen Pietersdr Couck, dochter van Pieter Florisz Couck, geb. ca. 1527, wonend te Monster aan de Madeweg (1600), schepen van Monster (1576), weesmeester van Monster (1576), overl. kort voor 6-3-1602, en Meijnsje Jans, overleden voor 22-4-1594; tr. 2e ca. 1580 Jannetje Philipsdr, overl. na 12-6-1628, dochter van Philips Huijgensz, bouwman in Eikenduinen in de polder Segbroek op de latere boerderij Bohemen (1561), en Heiltje NN.
Kind uit eerste huwelijk:
1. Lijsbeth (Betgen) Jansdr, geb. ca. 1575, begr. Monster 19-8-1636, tr. 1e Vrank Gerritsz van Dijck (van Adrichem), geb. ca. 1562, begraven Monster 23-4-1633. zoon van Gerrit Vrankenz van Dijck (van Adrichem), ambachtsbewaarder (1577) en welgeboren man (1594), en Machteld Pietersdr Hoge(r)werf, geb. ca. 1562, begr. Monster 23-4-1633, zoon van Gerrit Vrankenz. van Dijck (van Adrichem), ambachtsbewaarder (1577) en welgeboren man (1594) en Machteld Pietersdr. Hoge(r)werf; tr. 2e kort na 16-7-1634 Cornelis Aartsz. van der Arent, overl. voor 16-11-1635.
Kinderen uit tweede huwelijk:
2. Philip Jansz. (van Bohemen). Volgt VIa.
3. Maarten Jansz. (van Bohemen). Volgt VIb.
4. Willem Jansz. van Bohemen. Volgt VIc.
5. Dirk Jansz. van Bohemen. Volgt VId.
6. Jan Jansz. ’t Hart. Volgt VIbe.
7. Ariën/Adriaan Jansz. van Bohemen, Volgt VIf.
8. Haasgen Jansdr. van Bohemen, volgt VIg.
9. Heijltgen Jansdr. van Bohemen, geb. Eikenduinen ca. 1598, overl. na 2-2-1638, tr. (geref) Den Haag 1-11-1623 (ondertr. 15-10-1623) en Wilsveen tussen 29-10-1623 en 12-11-1623 Cornelis Cornelisz. van Eijk, ged. (geref) Wilsveen 3-10-1599, wonend te Stompwijk, overl. na 1665, zoon van Cornelis Adriaansz van Stompwijk en Maritgen Cornelisdr.
Vb. Cornelis Sebastiaansz Heul, geb. ca. 1587, koopman te Delft (1625), overl. na 11-4-1631.
Cornelis en zijn broer Sijmon komen samen voor in vele zakelijke notariële akten die in Delft worden opgemaakt.
Vc. Sijmon Sebastiaansz Heul, geb. ca. 1587, koopman te Delft, overl. na 11-4-1631, tr. ca. 1620 N.N.
Sijmon bezit in 1620-1625 een huis op de Koornmarkt in Delft. Samen met zijn broer Cornelis komt hij veelvuldig voor in vele zakelijke notariële akten die in Delft worden opgemaakt.
Kind uit het huwelijk:
- Bastiaan Sijmonsz. Heul, volgt VIh.
Vd Gerrit Maartensz. Vercroft, bouwman op boerderij Vrederust te Monster, weerbare man van Monster (1598 en 1629), welgeboren man en schepen van Monster (1610-1617 en 1631-1632), overl. kort voor 7-9-1632.
Gerrits erfgenamen verkopen zijn woning, schuren, bargen, rosmolen, boomgaard en beplanting op 30 oktober 1632 voor een schuldbrief van 23.000 gld aan landsdrukker en uitgever Machteld Aalbrechtsdr van Leuningen, weduwe van Hillebrant Jacobsz van Wouw. Bij de woning hoort dan 20,5 morgen eigen land, 5,5 morgen leenland en 18 morgen huurland.
Kinderen uit huwelijk:
- Maarten Gerritsz Vercroft, ook wel Van Boheemen. Volgt VIi.
- Pieter Gerritsz Vercroft, ook wel Van Bohemen. Volgt VIj.
- Cornelis Gerritsz Vercroft, ook wel Van Bohemen. Volgt VIk.
- Gerritgen Gerritsdr Vercroft, tr. voor 7-9-1632 Lourens Joosten Zuidgeest, bouwman te Kwintsheul.
- Trijntgen Gerritsdr. Vercroft, minderjarig op 7-9-1632, overl. 1673.
- Grietgen Gerritsdr Vercroft, minderjarige op 7-9-1632, tr. (gerecht) 30-4-1633 Rijswijk Maarten Cornelisz van der Speck.
- Aachgen Gerritsdr Vercroft, minderjarig op 7-9-1632, tr. (gerecht) 10-6-1636 Rijswijk Huijbrecht Cornelisz van Nierop.
- Jacob Gerritsz Vercroft, ook wel Van Bohemen. Volgt VIl.
Ve. Cornelis Maartensz Vercroft, ook wel Van Bohemen, weerbare man van Monster (1598).
.
Kindkinderen van stamvader Philip
.
VIa. Mogelijk (zie Va) Philip Jansz. (van Bohemen), geb. Eikenduinen ca. 1580, overl. voor 10-2-1638, tr. 1e (geref.) Den Haag 29-4-1607 (ondertrouw 8-4-1607) Grietgen Cornelisdr uit Wateringen, tr. verm. 2e Leuntgen Maartensdr.,geb. ca. 1585, overl. in 1650-1659, weduwe van eerst Cornelis Cornelisz. en daarna van Cornelis Pouwelsz. Verhouff, wonend in Loosduinen, begr. Monster 7-4-1630. Leuntge tr. 4e 1648 Claas Maartensz. Rotteval (Rotteveel), wonend in Loosduinen.
Kinderen uit eerste huwelijk:
- een of meer kinderen die erfgenaam worden van hun oom Willem (VId).
VIb. Mogelijk (zie Va) Maarten Jansz. (van Bohemen), geb. Eikenduinen ca. 1582, wonend in Kwintsheul, (1616), overl. voor 10-2-1638, tr. 1e Jaapgen Jansdr. van Essen, overl. voor 12-1-1616, dr. van Jan Pietersz. van Essen, wonend in Kethel (1616), tr. verm. 2e na 12-1-1616 N.N.
Kinderen uit het eerste huwelijk;
- Jannetgen Maartensdr. (van Bohemen), geb. omtrent Pasen 1612.
- Jan Maartensz. (van Bohemen), geb. omtrent Kerstmis 1613.
- Jaapgen Maartensdr. (van Bohemen), geb. omtrent 8-12-1615.
VIc. Mogelijk (zie Va) Willem Jansz van Bohemen, geb. Eikenduinen ca. 1584, wonend te Monster in de Geuzenstraat, begr. Monster 15-6-1634, tr. Adriaantje Leenderts, begr. Monster 19-3-1621, dr. van Leenderts Jacobsz., wonend in Schipluiden (1622).
Kinderen uit het huwelijk:
- NN, begr. Monster 18-8-1611.
- Jacob Willemsz. van Bohemen, geb. Monster c. 1612, begr. Monster 24-2-1625.
VId. Mogelijk (Va) Dirk Jansz van Bohemen, geb. Eikenduinen ca. 1586, bouwman op Bohemen te Eikenduinen in polder Segbroek en op Vinkenburg (later genaamd Bouwlust) te Eikenduinen in polder Escamp, vaandrig bij weerbare mannen (1652-1653), meermaals ambachtsbewaarder van Segbroek (o.a. 1635), overl. na 7-4-1666.
Kinderen:
- Ariaantje Dirksdr van Bohemen, tr. (geref.) Loosduinen xx-12-1648 Crijn (Christiaan) Dirksz van Sollevelt, wonend te Loosduinen, zoon van Dirk Cornelisz van Sollevelt, overl. voor 1-5-1652, en Maartgen Dirksdr.
- Jacob Dirksz van Bohemen, geb. ca. 1626, wonend te Den Haag, overl. voor 21-1-1666, tr. (gerecht) Den Haag (ondertrouw 25-4-1660) Jopge Leenderts, wonend te Den Haag. Jopge tr. 2e (gerecht) Den Haag 24-1-1666 Simon Pieters van der Meer. Zie voor nazaten de periode 1650-1800.
- Jan Dirksz van Bohemen (de Oude), veenman te Stompwijk (1681), vermoedelijk overl. na 27-5-1692, tr. (gerecht) Den Haag 6-2-1650 (ondertrouw Den Haag 16-1-1650 en Stompwijk 15-1-1650) Adriaantje Dirksdr van Leeuwen, wonend te Stompwijk, overl. na 1681. Zie voor nazaten de periode 1650-1800.
- Jan Dirksz van Bohemen (de Jonge), geb. ca. 1627, bouwman aan de Rijnweg te Loosduinen, overl. na 23-7-1710, tr. (geref.) Loosduinen 28-5-1648 Machtelt Dirksdr van Sollevelt, overl. Monster na 5-5-1679, dochter van Dirk Cornelisz van Sollevelt, overl. voor 1-5-1652, en Neeltje Simonsdr, overl. na 1-5-1652. Zie voor nazaten de periode 1650-1800.
- Maartgen Dirksdr van Bohemen, overl. voor 22-10-1689, tr. (gerecht) Voorburg 8-5-1667 (ondertrouw 23-4-1667) Lenart Dirksz van der Haas.
- Pieter Dirksz van Bohemen, bouwman tot 1671 op Vinkenburg (later genaamd Bouwlust) te Eikenduinen in polder Escamp, begr. Den Haag 29-1-1707, tr. (gerecht) Den Haag 22-5-1673 (ondertrouw 7-5-1673) Geertje Willems van der Cleij. Zie voor nazaten de periode 1650-1800.
- Joanna Dirksdr van Bohemen, tr. (geref.) Loosduinen xx-6-1673 Arent Claasz van der Valk.
- Willem Dirksz van Bohemen, bouwman aan de Achterweg te Naaldwijk en aan de Zwartendijk te Monster, begr. Naaldwijk 19-10-1700, tr. Joosje Jans Foreest, weduwe Claas Cornelisz van Geest, begr. Naaldwijk 5-1-1699, dochter van Jan Jansz Foreest en Maritgen Joosten Vercroft.
- Cornelis Dirksz van Bohemen, ged. (geref.) Den Haag 10-3-1638, bouwman op de Groene Woning (later genaamd Groenestein) te Eikenduinen in polder Het Kleine Veentje en op Blijrust te Monster in polder Segbroek, begr. Den Haag 17-9-1714, tr. 1e Angela Broekhoven, dochter van Leendert Gijse Broekhoven; tr. 2e (ondertrouw te Den Haag 13-7-1692) Anthonia (Teuntje) Claasdr van der Linden uit Naaldwijk, overl. Den Haag 16-7-1733. Zie voor nazaten de periode 1650-1800.
VIe. Mogelijk (zie Va) Jan Jansz. ’t Hart (ook Thart/Thert), geb. Eikenduinen ca. 1590, wonend te Monster aan de Geusestraat, begr. Monster 14-9-1625, tr. Marritgen Claasdr., overl. voor 2-5-1651, dr. van Claas Gerritsz. en Marritgen Arentsdr., tr. 2e Hendrik Dirksz. Verheul, overl . na 2-5-1651.
Jan Jansz. koopt in 1614 van zijn schoonmoeder Marritgen Arentsdr. het achterste gedeelte van haar huis aan de zuidzijde van de Geusestraat in Monster. In 1651 wordt dit eigendom van zijn dochter Jannetgen.
Kinderen uit het huwelijk:
- Hillitgen Jansdr. ’t Hart, overl. na 2-5-1651 tr. Cornelis Pietersz. , wonend aan de Swet (1645), overl. na 2-5-1651.
- Jannetgen Jansdr. ’t Hart, wonend te Monster in ouderlijk huis aan de Geusestraat, overl. na 2-5-1651.
VIf. Mogelijk (zie Va) Adriaan/Ariën Jansz. van Bohemen, geb. Eikenduinen ca. 1593, living in Rijswijkerhoek (1616), tr. Loosduinen (geref.) 8-6-1642 Adriaantgen Adriaans, weduwe van Ariën Michielsen.
Kind uit het huwelijk:
- Jannetgen Adriaansdr., ged. Loosduinen (geref.) 2-11-1642.
VIg. Mogelijk (zie Va) Haasgen Jansdr. van Bohemen, geb. Eikenduinen ca. 1596. woont te Monster in de Geusestraat (1638), begr, Monster 3 juni 1680, tr. Gerrit Adriaansz. van Kouwenhove, overl. verm. kort na 6-12-1648.
Kind uit het huwelijk:
- Willem Gerritsz. van Bohemen, ook Kouwenhove, geb. Monster ca. 1635, tr. 1e Monster 30-11-1659 Jorisje Maartensdr., begr. Monster 14-10-1676, tr. 2e Monster 24-1-1677 Annetje Willems van Aardenhout, geb. ca. 1635, overl. na 27-6-1699, weduwe van Gijsbert Adriaansz. van der Beeck.
VIh. Bastiaan Sijmonsz. Heul, geb. Delft ca. 1620, caffawerker (zijdenwerker) te Amsterdam, begr. Amsterdam, Karthuizer Kerkhof 23-1-1681, tr. 1e Rijswijk (geref.) 11-2-1652 Maria/Marijtgen Sijmons Schoute, begr. Amsterdam, Karthuizer Kerkhof 15-8-1661, ondertr. 2e Amsterdam 27-10-1663 Trijntje Arents Wassenburg, geb. Breukelen ca. 1635, overl. voor 25-5-1703.
Kinderen uit eerste huwelijk:
- Elisabeth Bastaans (ter) Heul, ged. Delft, Oude Kerk (geref.) 9-10-1652, wonend in Amsterdam op Leidseplein, begr. Amsterdam, Wester Kerk 20-4-1717, tr. Amsterdam ca. 1679 Johannes Hendrik Snelraat, geb. ca. 1650, begr. Amsterdam, Wester Kerk 17-12-1721.
- Sijmon Bastiaans (ter) Heul, ged. Amsterdam, Wester Kerk (geref.) 18-4-1653, trekwerker (arbeider aan een weefgetouw) te Amsterdam, begr. Amsterdam, Karthuizer Kerkhof 21-5-1686, ondertr. Amsterdam 22-3-1681 Trijntje Theunis, geb. Amsterdam ca. 1655, overl. na 24-3-1703. ondertr. 2e Amsterdam 18-10-1698 Gert Timme, gouden draadtrekker te Amsterdam, weduwnaar van Dorothea Adam Starrenberg. Zie voor nazaten de periode 1650-1800.
- Marrija Bastiaans (ter) Heul, ged. Amsterdam, Wester Kerk (geref.) 13-5-1657, begr. Amsterdam Karthuizer Kerkhof 20-3-1680.
- Cornelis Bastiaans (ter) Heul, ged. Amsterdam, Wester Kerk (geref.) 16-11-1659, vermoedelijk jong overleden.
Kinderen uit het tweede huwelijk:
5. Pieternella Bastiaans (ter) Heul, ged. Amsterdam, Wester Kerk (geref.) 7-9-1664, vermoedelijk jong overleden.
6. Arnoldus Bastiaans (ter) Heul, ged. Amsterdam, Wester Kerk (geref.) 25-12-1665, vermoedelijk jong overleden.
7. Arnoldus Bastiaans (ter) Heul, ged. Amsterdam, Wester Kerk (geref.) 3-6-1674, vermoedelijk jong overleden.
8. Arnoldus Bastiaans (ter) Heul, ged. Amsterdam, Wester Kerk (geref.) 6-10-1675, ingeboren poorter van Amsterdam, plaatsnijder (1703), soldaat bij VOC vanaf 1708, overl. Batavia, Hospitaal 17-11-1710, tr. Amsterdam, Wester Kerk (protestant) 10-6-1703 Anna Maria Benings, geb. ca. 1678, begr. Amsterdam, Wester Kerk 18-8-1715. Zie voor nazaten de periode 1650-1800.
9. Christiaan Bastiaans (ter) Heul, ged. Amsterdam, Wester Kerk (geref.) 26-1-1680, vermoedelijk jong overleden.
VIi. Maarten Gerritsz Vercroft, ook wel Van Bohemen, meerderjarig op 7-9-1632, bouwman te Kwintsheul, overl. tussen 12-11-1652 en 15-11-1653, tr.. (vermoedelijk 2e) Maartgen Jacobsdr van Velsen, overl. tussen 11-4-1638 en 8-8-1639, dochter van Jacob Jansz van Velsen en Maritgen Jorisdr.
Op 18 december 1630 koopt Maarten een huis met schuur, barg en geboomte aan de noordzijde van de heerweg te Kwintsheul. Het perceel strekt zich uit van de noordzijde van de heerweg tot aan de schuitsloot. Eerder is dit huis in het bezit van Jan Sijmonsz (IVb) en Sebastiaan Sijmons (IVc). Als toegift krijgt Maarten 15 morgen in onderhuur. Op 16 mei 1648 verkoopt Maarten zijn huis inclusief het recht op de huur van 22 morgen, 16 koeien en allerlei gereedschap voor 4500 gld aan Joris Lourensz (VId).
Kinderen uit vermoedelijke eerste huwelijk:
- Gerrit Maartensz van Bohemen, geb. ca. 1618, arbeider te Wateringen (1680), overl. voor 29-6-1714, tr. (gerecht) Rijswijk 27-10-1647 Maritgen Pietersdr van der Valk, overl. voor 29-6-1714. Zie voor nazaten de periode 1650-1800.
- Jan Maartensz van Bohemen, geb. ca. 1629, onvermogende watermolenaar in Wout, Woutharnasch en Groeneveld (1680), tr. (gerecht) Berkel en Rodenrijs 28-10-1656 Neeltje Adriaansdr, dochter van Adriaan Huijgen en Ariaantje Cornelisdr. Zie voor nazaten de periode 1650-1800.
- Lijsbeth Maartensdr (van Bohemen), geb. Wateringen, overl. voor 29-4-1685, tr. (gerecht) Rijswijk 17-5-1637 (ondertrouw 2-5-1637) Claas Claasz van Henegouwen, ook van Bergen in Henegouwen, bijgenaamd ‘de Jonge’; tr. 2e (gerecht) Rijswijk 27-5-1656 Jacob Segersz de Goede. Jacob tr. 2e (geref.) Rijswijk 29-4-1685 Maria Blaris, weduwe Barend Schrijnders.
- Jannetgen Maartensdr van Bohemen, wonend te Monster(1680).
Kind uit tweede huwelijk:
5. Maartgen Maartensdr Vercroft, overl. voor 15-11-1653, tr. Jacob Beijersz van Outshoorn, ged. Wateringen 1-2-1622, bouwman te Wateringen (1680), overl. 10-7-1709, zoon van Beijer Arentsz van Outshoorn en Marijtgen Maartensdr. Jacob tr. 2e voor 9-3-1664 Ariaantje Cornelisdr Ouderkerk uit Hodenpijl, overl. voor 24-2-1711, dochter van Cornelis Jansz Ouderkerk en Maartge Dame.
VIj. Pieter Gerritsz Vercroft, ook wel van Bohemen, bouwman aan de Rijnweg te Monster, weerbare man van Monster (1652-1653), overl. ca. 1684, tr. Maartje Jacobs van der Mark, overl. tussen 13-9-1679 en 7-5-1682.
Kind uit het huwelijk:
- Gerrit (Gerardus) Pietersz van Bohemen, geb. ca. 1630, weerbare man van Monster (1652-1653), coadjutor van Westlandse pastoor Verburg, kapelaan in Sassenheim (1682), overl. 23-4-1682.
VIk. Cornelis Gerritsz Vercroft, ook wel van Bohemen, meerderjarig op 7-9-1632, overl. voor 22-10-1674, tr. ca. 1641 Marijtgen Cornelisdr Groenewegen, geb. ca. 1602, overl. voor 22-3-1668, dochter van Cornelis Pietersz Groenewegen en Trijntge Jacobsdr. Marijtgen tr. eerder Jan Huijgen de Bloijs, overl. voor 18-2-1636, zoon Willem Huijgens de Blois en Aaltgen Pietersdr van der Meer.
Kind uit het huwelijk:
- Gerrit Cornelisz van Bohemen, ook wel Vercroft, broodbakker te Delft aan Geerweg, begraven Delft (Oude Kerk) 25/28-9-1682, tr. (gerecht) Vrijenban 23-4-1673 (ondertrouw 8-4-1673) Aafje Jansdr Cock, dochter van Jan Gijsen Cock en Lijsbeth Juffers. Aafje tr. 2e (gerecht) Delft 25-7-1683 (ondertrouw 3-7-1638) Pancras Barendsz van Rijn, bakker te Delft aan de Binnenwatersloot. Zie voor nazaten de periode 1650-1800.
VIl. Jacob Gerritsz. Vercroft, ook wel Van Bohemen, minderjarig op 7-9-1632, bouwman te Voorburg aan de Tolbrug (1650), overleden voor 22-10-1674, tr. Maartgen Cornelisdr van Theilingen, overleden na 22-10-1674. Beiden testeren op 19-5-1650.
Vermoedelijke kinderen uit het huwelijk:
- Gerrit Jacobsz van Bohemen, ook wel Vercroft, geb. Voorburg, bakker te Leiden aan de Zuidsingel (1680), tr. (gerecht) Voorburg 13-4-1680 en (rk) Leiden 28-4-1680 en (gerecht) Leiden 2-6-1680 Aachge Isaaks van Veen, geb. Voorburg. Aachge tr. 2e (gerecht) Leiden 24-4-1688 Frederik Jansz van Yerbeek, geb. Arnhem, bakker. Zie voor nazaten de periode 1650-1800.
- Jan Jacobsz van Bohemen, huwelijksgetuige te Leiden (1680) en doopgetuige te Leiden (1682).
- Maria Jacobsdr van Bohemen, doopgetuige te Leiden (1682).
.
Achterkindkinderen van stamvader Philip
.
VIII. Voor de twee navolgende personen zijn nog geen gegevens over hun afstamming gevonden.
- Cornelis Jansz. van Bohemen., geb. ca. 1640, overl. voor 29-11-1687, tr. Loosduinen (geref.) 6-6-1666 Cornelia Willemdr. Vroeghop, ged. Loosduinen (geref.) 11-9-1639, dr. van Willem Florisz. en Barbara Cornelisdr., tr. 2e Loosduinen (geref.) 29-11-1687 Arij Claasz. van Rijn, weduwnaar uit Stompwijk.
Zie voor mogelijke nazaten de periode 1650-1800.Cornelis is vermoedelijk een kleinzoon is van Philips. Jansz. van Bohemen (VIa) of van Maarten Jansz. van Bohemen (VIe). - Dirk van Bohemen, VOC-soldaat (1720). overl. 25-12-1720 tijdens reis naar Batavia.
Zie voor mogelijke nazaten de periode 1650-1800.Dirk is vermoedelijk een zoon van Jan Dirksz van Bohemen (VId4) en Machtelt Dirksdr. van Sollevelt. Zie daarvoor het hoofdstuk ‘Verwantschapsonderzoek op basis van Y-DNA’ op de webpagina DNA-testen.
.
Naar homepage
.
Recente reacties